Drie is te veel brengt ons terug naar de jaren dertig. De familie 's-Gravesande is in nerveuze afwachting van de komst van de steenrijke familie Oldenbach. Deze heeft een huwbare zoon in de aanbieding en een verbintenis met de dochter des huizes zou dan ook geen slechte zaak zijn. Alles wordt uit de kast gehaald om de Oldenbachjes grandioos te ontvangen, maar dan slaat het noodlot toe. Het hoofd van de huishouding (Paul van Gorcum), hun steun en toeverlaat in deze spannende tijden, valt van de trap en daarmee dreigt de zorgvuldig voorbereide ontvangst in duigen te vallen. Volledig ten einde raad doen ze een beroep op de toevallig aanwezige monteur van de verwarmingsketel, Driekus (Joop Doderer), om hun huisknecht zolang te vervangen. Hadden ze beter niet kunnen doen, want vanaf dat moment loopt alles letterlijk en figuurlijk in de soep.